Donderdag 11 juli. Het regent. We zijn vrij laat vertrokken. Het stuk Ijsland dat nu komt is een saai, eentonig stuk. Brede rivierdalen met grasland en hier en daar een boerderij. We zijn in één ruk doorgereden naar de Westfjorden en staan nu op de camping van Holmavik, een vissersstadje met 300 inwoners. Onderweg lagen er veel aangespoelde boomstammen uit Rusland. 

Gezwommen in het zwembad en na het eten naar de vissershaven gelopen. Hier hebben we gezien hoe de vis aangevoerd wordt door kleine vissersschepen en de vis in bakken gedaan wordt, waarna het daarna naar koelhuizen gaat.

 

Vrijdag 12 juli. Het Heksenmuseum in Holmavik bekeken. Wel aardig. Op de foto het vel van het onderlichaam van een man. Dit werd aangetrokken om de boze geesten te verdrijven.

Hierna zijn we langs de fjorden gereden naar Isafjördur, waar we rondgekeken hebben. Verder naar Bolungarvik waar we op de camping staan. Bij een avondwandeling langs de haven kregen we gratis een grote vis. Deze is voor morgen.

Zaterdag 13 juli. We zijn naar een nagebouwde vissersnederzetting geweest. We hebben een rondleiding met uitleg gehad. Interessant te zien hoe de mensen vroeger leefden. Er woonden 8 vissers met een vrouw die het eten en de was deed. De vissers sliepen om de beurt, 12 uur op, 12 uur af.

Hierna zijn we naar het zuiden gereden via weg 60 naar Flateyri. Hier zijn 20 mensen in 1995 overleden door een sneeuwlawine. Het halve dorp was verwoest. Men heeft nu wallen gebouwd om de eventuele lawine naar het fjord te leiden.

 

Verder hebben we een prachtige tocht gereden over route 60 door dalen, bergen en hoogvlakten met prachtige uitzichten. We zijn nog even in Hrafnseyri gestopt waar een replica van het geboortehuis van Jon Sigurdson staat, de man die IJsland in de 19e eeuw onafhankelijk maakte.

Verderop is nog een mooie waterval, de Dynjandi waar we naar toe gelopen zijn.

We zijn verder via route 63 gereden. Hier was een natuurlijke bron bestaand uit een 42° badje en een zwembad met koeler water, gratis en het hele jaar open. We hebben er lekker gezwommen.

Hierna zijn we doorgereden naar Bildudatur, een rustige camping aan het fjord. We hebben de vis van gister gebakken voor het avondeten. Lekker! Veel!

Zondag 14 juli. Via weg 63 en 612 naar Latrabjarg, het uiterste westelijke puntje van IJsland. Onderweg waren gele zandduinen, een vreemd gezicht, dit verwacht je niet op IJsland, het land van de lava. Op Latrabjarg zijn erg veel vogels, o.a. de puffin of te wel de papegaaiduiker. Ze waren erg tam zodat je er dicht bij kon komen om foto's te maken.

Terug langs weg 62. Bij Krossholt was een klein zwembadje met een hottube. We zijn hier een uur geweest. Lekker ontspannen in het hete water met uitzicht over het wad. Hierna zijn we doorgereden naar Vadallfjoll, een hotel, benzinepomp en camping,perfect voor de nacht.

 

Maandag 15 juli. We gaan weer verder naar het zuiden. Eerst naar Deildartunguhver, vlak bij Reykholt, de grootste hete bron van Europa pompt per seconde 180 liter water van 97° C omhoog. Je ziet alleen een beetje water borrelen en wat stoom. Het viel tegen wat we hier konden zien. Hierna naar Hraunfossar en Barnafoss, 2 watervallen. Erg mooi allebei.

Toen naar Hallmundarhraun, een lavaveld waarin lavagrotten zijn ontstaan. We hebben van de 10 ingangen er 4 gezien. Het ondergrondse gangenstelsel is in totaal 3,5 km lang, maar niet echt toegankelijk voor de toerist.

Verder langs weg 550 naar Thingvellir, een prachtige route door het binnenland met lavavelden en zicht op vulkanen en gletsjers. Het wegdek was slecht op het laatste stukje na. We staan nu op de camping van Thingvellir.

Dinsdag 16 juli. We hebben de bagage ingepakt en de camper schoongemaakt, vooral van buiten. De camper moest voor 12 uur weer bij het verhuurbedrijf ingeleverd worden, dus op naar Reykjavik. We zijn door het verhuurbedrijf naar het busstation gebracht zodat we met de bus naar het vliegveld konden. Jammer, weer naar huis.